Eenieder kan zich ter behartiging van zijn of haar belangen in het verkeer met een bestuursorgaan laten bijstaan of vertegenwoordigen door een gemachtigde. Als er echter ernstige bezwaren tegen een gemachtigde bestaan, kan het bestuursorgaan deze bijstand of vertegenwoordiging weigeren op grond van artikel 2:2 van de Awb. Deze weigering moet dan wel op schrift worden gesteld en kan niet zien op advocaten, maar dus wel op andere (professionele) gemachtigden.
Voor de bestuursrechter geldt een – ongeveer – overeenkomende bepaling ex artikel 8:25 van de Awb, met dien verstande dat een weigering door de bestuursrechter alleen kan zien op de voorliggende procedure. Een weigering door een bestuursorgaan kan ruimer zijn dan alleen een procedure, en zien op al het verkeer met dat bestuursorgaan.
Wanneer kan worden gesproken van ernstige bezwaren? Uit de rechtspraak volgt dat hiervan sprake kan zijn bij ernstige en herhaalde misdragingen door gemachtigden en die – kort en goed – de normale gang van zaken verstoren. Verder kan een onherroepelijke (strafrechtelijke) veroordeling een ernstig bezwaar opleveren, al moet die wel relevant zijn. Een voorbeeld uit de rechtspraak is de weigering door de Belastingdienst van een gemachtigde die was veroordeeld voor belastingfraude.
Indien (stelselmatig) misbruik van recht wordt gemaakt door een gemachtigde, kan ook dit een ernstig bezwaar opleveren. Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling, ECLI:NL:RVS:2018:1587, AB 2018/291 of de conclusie van AG Wattel, ECLI:NL:PHR:2023:1044. De AG geeft in deze conclusie zelfs in overweging om de betreffende gemachtigde te veroordelen in de kosten van de procedure vanwege misbruik van recht.
In een uitspraak van 12 juni 2024 komt de Afdeling tot het oordeel dat een ernstig bezwaar ook kunnen worden aangenomen indien het een gemachtigde bij wet verboden is als gemachtigde in een procedure op te treden. Meer specifiek betrof het in dit geval een raadslid van de gemeente Waalwijk dat in een procedure tegen dezelfde gemeente als gemachtigde van een sportvereniging optrad. Dit is op grond van artikel 15, tweede lid, van de Gemeentewet een verboden handeling. Ernstige bezwaren zijn dus ruimer dan – uitsluitend – het (proces)gedrag van een gemachtigde, maar kunnen ook zien op de vraag of het een persoon überhaupt toegestaan als gemachtigde op te treden.
Opvallend detail in deze zaak is nog dat het besluit tot weigering van de gemachtigde was genomen door de bezwaarschriftencommissie van de gemeente Waalwijk, en niet door het de burgemeester. De bezwaarschriftencommissie was dan ook het in (hoger) beroep betrokken bestuursorgaan.