Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging wegens schending van het verschoningsrecht

Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging wegens schending van het verschoningsrecht

In een vonnis van 15 augustus 2023 verklaart de rechtbank Overijssel het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de strafvervolging. Een belangrijke reden voor dit oordeel is de schending van het verschoningsrecht en het ondergraven van het vertrouwen van een burger dat hetgeen hij bespreekt met een (mogelijke) geheimhouder, ook geheim blijft. De kernpassage van het vonnis is wat mij betreft dan ook:

“[…]. De geconstateerde ernstige, grootschalige en voortdurende inbreuken op de regelgeving die het verschoningsrecht moet waarborgen door het Openbaar Ministerie, ondergraven het vertrouwen van de burger in dat wat hij in vertrouwen met een (mogelijke) geheimhouder bespreekt, ook geheim blijft. Deze kwestie stijgt uit boven schending van de individuele rechtsbelangen van een verdachte – hoewel die hier ook ernstig zijn geschaad – in een concrete strafzaak en raakt het vertrouwen in de rechtspleging in zijn geheel. Gelet hierop acht de rechtbank de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de strafvervolging van de verdachte de enig passende conclusie.”

Het verschoningsrecht staat al geruimere tijd onder de aandacht. Het vonnis van de rechtbank Overijssel laat zien dat dit recht nog lang niet altijd wordt gerespecteerd door het Openbaar Ministerie.