Welkom op onze nieuwsbriefpagina. Regelmatig publiceren wij hier de highlights op het gebied van het bestuursrecht, het strafrecht, het boete- en sanctierecht en het (overheids)aansprakelijkheidsrecht. Hierbij ligt de nadruk op actuele ontwikkelingen in wetgeving en jurisprudentie en actualiteiten gerelateerd aan ons kantoor.
Nieuwsbrief maart 2021
Inhoud
1. College van Beroep voor het bedrijfsleven past hardheidsclausule toe – Olga de Vries
2. Media zetten witwasverdenking bank te zwaar aan – Frank van Ardenne en Samantha Bilgi
3. Ruim twee maanden na Keskin: stand van zaken in de Nederlandse strafrechtspleging – Laura Hinrichs
4. Geen strafrechtelijke vervolging na een opgelegde bestuurlijke boete: OM niet-ontvankelijk – Laura Hinrichs
5. NOvA: Portefeuilleverdeling algemene raad bijgesteld
6. NOvUM: “Het is niet stoer om bedreigd te worden en het hoort er niet bij” – Robert Crince le Roy
7. RTV Rijnmond: Advocaat Rijnmond Frank van Ardenne: “Berechting verdachte die verslaggever voor de kerk schopte, moet openbaar”
8. AD: Frank van Ardenne: “Mishandelde journalist neemt geen genoegen met berechting verdachte in ‘achterkamertje’”
9. Villamedia: Rijnmond wil berechting verdachte die verslaggever voor de kerk schopte openbaar
10. LINDA: Begin juni OM hoorzitting met aangehouden kerkganger Krimpen aan den IJssel
11. RTV Rijnmond: Reactie Frank van Ardenne socialemediastrategie van politie Rotterdam
12. Parool: Massaal bezwaar gemaakt bij opleggen coronaboetes (met reactie Frank van Ardenne)
13. NRC: Kabinet meet met twee maten bij organiseren verkiezingen – Frank van Ardenne
14. De Stentor: Verbijstering in Epe: controleurs vragen naar geloof om fout wonen op bungalowpark aan te tonen (met reactie Oswald Jansen)
College van Beroep voor het bedrijfsleven past hardheidsclausule toe – Olga de Vries
Achtergrond
Sinds de invoering van de Regeling Fosfaatreductieplan in 2017 (“Regeling”) en het fosfaatrechtenstelsel in 2018, is een groot aantal melkveehouders in de knel gekomen vanwege de oplegging van hoge geldsommen en het toekennen van te weinig fosfaatrechten. Op grond van de Regeling dienen melkveehouders hun veestapel vanaf 2017 in overeenstemming brengen met het opgelegde referentieaantal. Het referentieaantal wordt bepaald aan de hand van de hoeveelheid runderen die op de peildatum van 2 juli 2015 aanwezig waren op de melkveehouderij. Als de melkveehouderij meer runderen houdt dan het referentieaantal, dan wordt een geldsom opgelegd. Dit kan zowel een hoge geldsom zijn, als een solidariteitsgeldsom.
Voor uitzonderingsposities kent de Regeling een knelgevallenregeling. De knelgevallenregeling is echter zeer beperkt waardoor deze nauwelijks wordt toegepast. Naast de knelgevallenregeling kan de hardheidsclausule uit artikel 13, derde lid, van de Landbouwwet worden toegepast. Op grond van dat artikel kan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een gehele of gedeeltelijke ontheffing verlenen voor het opleggen van de geldsommen als toepassing van de Regeling leidt tot onevenredige gevolgen voor de betreffende melkveehouderijen. Uit de jurisprudentie blijkt echter dat een beroep op de hardheidsclausule nauwelijks wordt gehonoreerd. Zo worden investeringen voor innovatieve of duurzame ontwikkelingen bijvoorbeeld veelal gezien als ondernemingskeuzes die voor eigen rekening en risico dienen te komen.
In twee uitspraken van 16 maart 2021 (ECLI:NL:CBB:2021:264) en 23 maart 2021 (ECLI:NL:CBB:2021:330) oordeelt het College van Beroep voor het bedrijfsleven (“CBb”) echter wel dat toepassing gegeven had moeten worden aan de hardheidsclausule. Hoewel het om casuïstische zaken gaat, vallen hier wel drie algemene uitgangspunten uit te destilleren. Deze uitgangspunten worden hieronder geschetst.
Algemene uitgangspunten
Allereerst acht het CBb relevant dat het gaat om melkveehouderijen die willen omschakelen naar biologisch en die zich – voor de peildatum – hebben aangemeld voor een zogenaamde SKALregistratie. Een SKALregistratie is noodzakelijk om het predicaat “biologische melk” te mogen voeren. Direct bij de aanmelding voor de SKALregistratie dient echter ook te worden voldaan aan de vereisten die daaraan gesteld worden. Indien de melkveehouderij geen runderen kon houden op de peildatum omdat dit vertraging voor de SKALregistratie zou opleveren, dan kan hem dit niet worden tegengeworpen, aldus het CBb.
Verder dienen de opgelegde geldsommen zodanig hoog te zijn, dat deze een bedreiging vormen voor het voortbestaan voor de melkveehouderijen. Dat een melkveehouderij ook nog fosfaatrechten moest aankopen, kan daarbij een rol spelen. Tot slot acht het CBb van belang dat ten tijde van de peildatum over de benodigde vergunningen wordt beschikt en geen sprake is van een uitbreiding van het bestaande gebruik. In dat geval hebben de ondernemingskeuzes en investeren namelijk geen nadelig effect op het behalen van het doel van de Regeling, te weten onder het fosfaatplafond blijven
Conclusie
Het CBb lijkt met deze uitspraken een voorzichtige eerste stap te zetten in de richting van een ruimhartiger beleid als het gaat om de toepassing van de hardheidsclausule. Het CBb hecht daarbij waarde aan de SKALregistratie en de gevolgen daarvan voor de bedrijfsvoering. Desalniettemin volgt uit deze uitspraken ook dat de ruimte voor toepassing van de hardheidsclausule beperkt is: de keuze om geen runderen te houden moet niet kunnen worden tegengeworpen, de financiële last moet zodanig hoog zijn dat deze een bedreiging vormt voor het voortbestaan van het bedrijf en de keuzes mogen geen nadelige effecten hebben op het doel van de Regeling. Ook ging het in de uitspraken om biologische melkveehouderijen en dus niet om reguliere melkveehouderijen. Daarnaast is het afwachten of het CBb eenzelfde lijn voortzet in de procedures die zien op het aantal toegekende fosfaatrechten. Wij volgen het op de voet en houden u op de hoogte.
Voor de uitspraken, klik hier en hier.
Media zetten witwasverdenking bank te zwaar aan – Frank van Ardenne en Samantha Bilgi
Lees dit artikel van Frank van Ardenne en Samantha Bilgi op accountant.nl.
Ruim twee maanden na Keskin: stand van zaken in de Nederlandse strafrechtspleging – Laura Hinrichs
Relevantie voor de praktijk: Het (langdurige) tijdsverloop van een strafzaak kan in samenhang met aanvullende omstandigheden, waaronder het niet gebruik kunnen maken van het ondervragingsrecht, leiden tot de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie.
Samenvatting
Op 19 januari 2021 oordeelde het Europees Hof van de Rechten van de Mens (EHRM) in Keskin t. Nederland dat het ondervragen van belastende getuigen door de verdediging niet mag worden afgewezen als het verzoek daartoe onvoldoende zou zijn onderbouwd. In het licht van Keskin hebben twee advocaten-generaal recentelijk geconcludeerd dat artikel 6, derde lid onder d, van het EVRM is geschonden. De toepassing van Keskin in de Nederlandse strafrechtspleging is van belang voor het ondervragingsrecht van de verdediging bij belastende getuigen.
Horen van getuigen vóór Keskin
De Hoge Raad heeft in een overzichtsarrest van juli 2017 opgemerkt dat een verzoek van de verdediging tot het horen van getuigen gemotiveerd dient te worden. Het horen moet van belang zijn voor de te nemen beslissing voortvloeiend uit artikelen 348 en 350 Sv. Ten aanzien van de motiveringsplicht wordt in beginsel geen verschil gemaakt tussen belastende getuigen of ontlastende getuigen. De Hoge Raad heeft – met verwijzing naar Straatsburgse rechtspraak (Perna en Poropat) – geoordeeld dat artikel 6, derde lid onder d, van het EVRM zich niet verzet tegen deze motiveringsplicht.
Belastende getuigen
Het EHRM stelt dat de verwijzing door de Hoge Raad naar Perna en Poropat niet opgaat, omdat het in die zaken niet ging om belastende getuigenverklaringen. Bij belastende getuigen is het niet aan de verdediging om de onderbouwen waarom het ondervragen van deze getuigen van belang is. Het EHRM is derhalve kritisch over de Nederlandse motiveringsplicht bij belastende getuigen.
A-G Bleichrodt stelt in zijn conclusie dat het EHRM het horen van belastende getuigen enerzijds en ontlastende getuigen anderzijds scherper heeft onderscheiden. De Hoge Raad heeft in het overzichtsarrest uit 2017 ruimte gelezen in Straatsburgse rechtspraak, die er niet bleek te zijn. Voor belastende getuigen geldt een ander beoordelingskader dan voor ontlastende getuigen.
A-G Paridaens merkt in haar conclusie op dat het Openbaar Ministerie, rechtbanken en hoven bij een getuigenverzoek niet alleen dienen na te gaan of het belastende getuige is. Indien de verdediging deze getuige nog niet effectief heeft kunnen ondervragen, is namelijk ook relevant of de getuige voor het bewijs van belang kan zijn. Zeker in de meer complexe strafzaken is dit mogelijke belang lastig in te schatten.
Keskin opgenomen in de strafrechtspleging?
Naar aanleiding van Keskin schreef Spronken een blog voor het NJB. Hierin vergeleek zij een nationaal rechtssysteem op supranationale rechtspraak met een reactie van het lichaam op een orgaantransplantatie: de eerste reflex is die van afstoting en vervolgens wordt het vreemde orgaan in het lichaam geassimileerd.
A-G Bleichrodt stelt eerst dat het strikte onderscheid tussen belastende getuigen en ontlastende, inclusief gescheiden beoordelingskaders, misschien niet opgaat binnen de Nederlandse strafrechtspleging. Deze twee soorten getuigen zijn namelijk niet altijd duidelijk van elkaar te onderscheiden. Vervolgens past Bleichrodt wel stapsgewijs Keskin toe. Ook A-G Paridaens doet dat in haar conclusie. In het licht van Keskin concluderen zij dat artikel 6, derde lid onder d, van het EVRM is geschonden. Net als in Keskin ontbrak een goede reden voor het niet kunnen horen van getuigen
Conclusie
Of Keskin al in de Nederlandse strafrechtspleging is opgenomen, kan gezien de recente datum van het arrest (nog) niet worden gesteld. Op basis van twee conclusies, die na Keskin zijn verschenen, kan wel de voorzichtige conclusie volgen dat de regels uit Keskin worden overgenomen. Het is echter wachten op een eerste arrest van de Hoge Raad om de daadwerkelijke gevolgen van Keskin te kunnen duiden.
Geen strafrechtelijke vervolging na een opgelegde bestuurlijke boete: OM niet-ontvankelijk – Laura Hinrichs
Relevantie voor de praktijk: Indien een (rechts)persoon via het bestuursrecht een bestuurlijke boete opgelegd heeft gekregen, sluit dit bij hetzelfde feitencomplex in beginsel een strafrechtelijke vervolging uit.’
Hetzelfde feit?
De oplegging van een bestuurlijke boete is op grond van artikel 243, tweede lid, Sv een kennisgeving van niet verdere (strafrechtelijke) vervolging. Toch blijft een strafrechtelijke vervolging voor ‘hetzelfde feit’ mogelijk als er tegen de verdachte nieuwe bezwaren zijn gerezen. Dit volgt uit artikel 255 Sv. Indien bij ‘hetzelfde feit’ niet wordt voldaan aan deze ‘nieuwe bezwaren’, bestaat na een bestuurlijke boete geen mogelijkheid meer voor een strafrechtelijke vervolging. De officier van justitie dient dan niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Recentelijk deed zich bij de rechtbank Rotterdam (ECLI:NL:RBROT:2021:1955) de situatie voor dat een persoon voor het voorhanden hebben van hennep en de diefstal van elektriciteit een bestuurlijke boete had gekregen, en deze reeds had betaald. Vervolgens werd hij ook door het Openbaar Ministerie strafrechtelijk vervolgd voor het kweken van hennep en de diefstal van energie. De officier van justitie stelde zich op het standpunt dat geen sprake was van ‘hetzelfde feit’ en dat strafrechtelijke vervolging dus – naast de opgelegde bestuurlijke boete – mogelijk was. De verdediging bepleitte daarentegen dat sprake was van hetzelfde feitencomplex, waardoor de strafrechtelijke vervolging was uitgesloten.
De rechtbank Rotterdam oordeelde in lijn met het standpunt van de verdediging dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard moest worden in de vervolging. De rechtbank overwoog daartoe – met een verwijzing naar het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam – dat het voorhanden hebben van hennep en de diefstal van elektriciteit de geconstateerde overtredingen zijn waarvoor de bestuurlijke boete is opgelegd. In de strafzaak gaat het om het kweken van hennep en de diefstal van energie. Volgens de rechtbank gaat het in de strafzaak om hetzelfde materiële feitencomplex. Door de opgelegde bestuurlijke boete is daarom een strafrechtelijke vervolging uitgesloten, nu geen nieuwe bezwaren aanwezig zijn. De rechtbank acht een duidelijk signaal ten behoeve van de rechtsbescherming passend. Het Openbaar Ministerie is daarom niet-ontvankelijk verklaard in de strafrechtelijke vervolging.
Snijvlakzaken
Toezichthouders kunnen steeds vaker de keuze maken tussen handhavend optreden via het bestuursrecht (bijvoorbeeld door het opleggen van een bestuurlijke boete) of via het strafrecht (een strafrechtelijke vervolging). Deze keuze doet zich geregeld voor bij zogenaamde ‘snijvlakzaken’. Particulieren en ondernemingen kunnen hierdoor geconfronteerd worden met zowel het bestuursrecht als met het strafrecht. Indien de keuze wordt gemaakt een bestuurlijke boete op te leggen wegens het overtreden van een wettelijk voorschrift, is een strafrechtelijke vervolging voor hetzelfde feitencomplex in beginsel uitgesloten. Particulieren en ondernemingen dienen hier waakzaam voor te zijn.
NOVA: Portefeuilleverdeling algemene raad bijgesteld
Lees dit bericht op advocatenorde.nl.
NOvUM: “Het is niet stoer om bedreigd te worden en het hoort er niet bij” – Robert Crince le Roy
Bekijk deze aflevering van NOvUM op advocatenorde.nl.
RTV Rijnmond: Advocaat Rijnmond Frank van Ardenne: “Berechting verdachte die verslaggever voor de kerk schopte, moet openbaar”
Lees dit artikel op rijnmond.nl.
AD: Frank van Ardenne: “Mishandelde journalist neemt geen genoegen met berechting verdachte in ‘achterkamertje’”
Lees dit artikel op ad.nl.
Villamedia: Rijnmond wil berechting verdachte die verslaggever voor de kerk schopte openbaar
Lees de reactie van Frank van Ardenne op villamedia.nl.
LINDA: Begin juni OM hoorzitting met aangehouden kerkganger Krimpen aan den IJssel
Lees de reactie van Frank van Ardenne op linda.nl.
RTV Rijnmond: Reactie Frank van Ardenne socialemediastrategie van politie Rotterdam
Lees de reactie van Frank van Ardenne op rijnmond.nl.
Parool: Massaal bezwaar gemaakt bij opleggen coronaboetes (met reactie Frank van Ardenne)
Lees de reactie van Frank van Ardenne op parool.nl.
NRC: Kabinet meet met twee maten bij organiseren verkiezingen – Frank van Ardenne
Lees het opiniestuk van Frank van Ardenne op nrc.nl.
De Stentor: Verbijstering in Epe: controleurs vragen naar geloof om fout wonen op bungalowpark aan te tonen (met reactie Oswald Jansen)
Lees de reactie van Oswald Jansen op destentor.nl.