Welkom op onze nieuwsbriefpagina. Regelmatig publiceren wij hier de highlights op het gebied van het bestuursrecht, het strafrecht, het boete- en sanctierecht en het (overheids)aansprakelijkheidsrecht. Hierbij ligt de nadruk op actuele ontwikkelingen in wetgeving en jurisprudentie en actualiteiten gerelateerd aan ons kantoor.
Nieuwsbrief juni 2020
Inhoud
1. Webinar Bedrijfsongevallen; een juridische benadering – Samantha Bilgi & Olga de Vries
2. RTV Rijnmond: Coronaboetes aanvechten na Dam-betoging – Frank van Ardenne
3. Conclusie A-G over civiele ‘gebleken onschuld’-criterium in verhouding tot strafrechtelijke onschuldpresumptie – Samantha Bilgi
4. Per gemeente bestaan bij de handhaving van overtreden van de corona-noodverordeningen grote verschillen – Remko Wijling
5. Uitstel coronawet betekent dat noodverordeningen van kracht blijven – Remko Wijling
6. Eerste coronaboete wegens verstoring van de openbare orde door samenscholing wordt niet meegenomen in de VOG beoordeling
Webinar Bedrijfsongevallen; een juridische benadering – Samantha Bilgi & Olga de Vries
Donderdag 18 juni heeft het webinar ‘Bedrijfsongevallen; een juridische benadering’ plaatsgevonden. Het webinar is verzorgd door Samantha Bilgi en Olga de Vries, beiden werkzaam bij buitengewoon lid van Ardenne & Crince le Roy Advocaten.
Hoe goed je als werkgever ook de eventuele risico’s inventariseert en evalueert, een bedrijfsongeval valt nooit helemaal uit te sluiten. Wanneer een dergelijk ongeluk zich voordoet, krijg je als bedrijf te maken met toezichthoudende instanties, zoals bijvoorbeeld de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Daarnaast kan het Openbaar Ministerie besluiten om een of meer betrokken partijen strafrechtelijk te vervolgen, bijvoorbeeld als het een ongeval met dodelijke afloop betreft.
In het webinar is aan de hand van casuïstiek allereerst ingegaan op het bestuursrechtelijke kader dat speelt bij bedrijfsongevallen. Welke verplichtingen heb je als werkgever, wanneer is een bedrijfsongeval verwijtbaar en welk proces wordt doorlopen als er een bedrijfsongeval heeft plaatsgevonden? Daarnaast is ingegaan op de vraag wie toezichthouder is en welke bevoegdheden hij/zij heeft in het bestuursrechtelijk traject. Voor het strafrechtelijke kader is uiteengezet wie strafrechtelijk gezien aansprakelijk kan zijn voor het plaatsvinden van een bedrijfsongeval, welke straffen aan die partijen kunnen worden opgelegd en welke mogelijke gevolgen een en ander kan hebben. Ook is kort aandacht besteed aan de effecten van het Coronavirus op de gehouden inspecties. Tot slot zijn er tips en tricks gedeeld.
Met dit webinar heeft Deltalinqs haar leden willen informeren over de juridische werkelijkheid rondom bedrijfsongevallen, met daarbij praktische tips en handvatten om met dergelijke situaties om te kunnen gaan.
Mocht u niet in de gelegenheid zijn geweest om deel te nemen aan dit webinar, een opname hiervan is terug te luisteren via deze link.
RTV Rijnmond: Coronaboetes aanvechten na Dam-betoging – Frank van Ardenne
Luister en lees de reactie van Frank van Ardenne op RTV Rijnmond over het aanvechten van coronaboetes op 2 juni jl. via rijnmond.nl. Het interview bevindt zich naast de foto van de taartjeseteres.
Conclusie A-G over civiele ‘gebleken onschuld’-criterium in verhouding tot strafrechtelijke onschuldpresumptie – Samantha Bilgi
Op 31 maart 2020 verscheen er op Bijzonder Strafrecht een column van kantoorgenoot Samantha Bilgi en student-stagiair Zachary Spiro, met als titel: “Het civiele ‘gebleken onschuld criterium’ in strijd met de strafrechtelijke onschuldpresumptie. Hoe nu verder?”. Zij concludeerden dat het ‘gebleken onschuld’-criterium geen recht doet aan de onschuldpresumptie en dat het daarom niet langer toegepast zou moeten worden. Op het moment dat deze column verscheen, had het gerechtshof Den Haag twee prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad over deze materie.
Op 19 juni 2020 verscheen een conclusie van A-G Bleichrodt waarin hij over deze vragen adviseert. De eerste vraag was of het ‘gebleken onschuld’-criterium in strijd is met de onschuldpresumptie uit artikel 6 lid 2 EVRM, althans of dit het geval is indien (dit criterium zo moet worden uitgelegd dat) van de onschuld van de verdachte niet reeds is gebleken indien de verdachte is vrijgesproken wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. Indien het antwoord op deze vraag geheel of gedeeltelijk bevestigend luidt, is de vervolgvraag naar welke maatstaf dan moet worden beslist of een verdachte die bij onherroepelijke uitspraak van de strafrechter is vrijgesproken, aanspraak kan maken op schadevergoeding van de Staat.
Bleichrodt is van mening dat het ‘gebleken onschuld’-criterium zich, als dit criterium wordt bekeken in het licht van de onschuldpresumptie en de rechtspraak van het EHRM hierover, in de gevarenzone bevindt. Volgens hem volgt uit deze rechtspraak niet dat het criterium in alle gevallen in strijd is met de onschuldpresumptie, maar zal dit wel meer dan incidenteel het geval zijn. Deze constatering is voor Bleichrodt een argument om te overwegen afscheid te nemen van het ‘gebleken onschuld’-criterium. Voor het geval de Hoge Raad hem daarin zou volgen, komt Bleichrodt met een nieuwe maatstaf. Volgens hem is er dan nog maar één grond voor toewijzing van een vordering tot schadevergoeding door de civiele rechter, namelijk in de situatie “waarin voor het strafvorderlijk optreden van de aanvang af een rechtvaardiging heeft ontbroken doordat dit optreden in strijd was met een publiekrechtelijke rechtsnorm, neergelegd in de wet of in het ongeschreven recht.”
Voor de volledige conclusie, klik hier.
Per gemeente bestaan bij de handhaving van overtreden van de corona-noodverordeningen grote verschillen – Remko Wijling
Dat er per gemeente verschillen bestaan bij de handhaving van overtredingen van de corona-noodverordeningen was al langer bekend. Inmiddels is duidelijk geworden hoe groot deze verschillen zijn en deze vallen (zeer) fors te noemen.
Deze grote verschillen roepen weer de vraag op hoe houdbaar de uitgeschreven boetes zijn. Immers, er mag geen sprake zijn van willekeur. Daar lijkt echter wel sprake van te zijn als dezelfde noodverordening per gemeente verschillend wordt gehandhaafd. Het indienen van een verzetschrift valt dan ook nog steeds te adviseren.
Daar waar verder wel sprake is van een duidelijke overtreding, komt de discussie over de handhaafbaarheid van de noodverordeningen handhavend optreden ook niet ten goede. De behoefte aan een duidelijk maar vooral ook eenduidig handhavingskader blijft dan ook groot.
Zie nos.nl
Uitstel coronawet betekent dat noodverordeningen van kracht blijven – Remko Wijling
De Tijdelijke wet maatregelen covid-19 was aanvankelijk voorzien voor 1 juli 2020 en dient ter vervanging van het huidige stelsel van noodverordeningen. Deze noodverordeningen bieden namelijk een onvoldoende basis voor de diverse maatregelen en de daarmee gepaard gaande inbreuken op grondrechten die zijn genomen om de verdere verspreiding van covid-19 tegen te gaan. Ook bestaat het gevaar voor willekeur gelet omdat er regionale verschillen bestaan bij handhavend optreden.
De kritiek op het voorstel van wet en afkomstig van bijvoorbeeld de Nationale Ombudsman, de Nederlandse Orde van Advocaten of de Raad voor de Rechtspraak was echter fors. Grondrechten zijn in het geding en democratisch gehalte is laag. De wet is naar aanleiding van deze kritiek aangepast en dit vergt de nodige tijd en dus een uitstel.
Consequentie is echter dat de noodverordeningen van kracht blijven. Dit zal naar verwachting de nodige (handhavings)problemen blijven opleveren.
Zie nos.nl
Eerste coronaboete wegens verstoring van de openbare orde door samenscholing wordt niet meegenomen in de VOG beoordeling
Zie justis.nl