Welkom op onze nieuwsbriefpagina. Regelmatig publiceren wij hier de highlights op het gebied van het bestuursrecht, het strafrecht, het boete- en sanctierecht en het (overheids)aansprakelijkheidsrecht. Hierbij ligt de nadruk op actuele ontwikkelingen in wetgeving en jurisprudentie en actualiteiten gerelateerd aan ons kantoor.
Nieuwsbrief april 2020
Inhoud
1. De Wob en het spoedeisende belang – Olga de Vries
2. Advies Raad van State: tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers – Remko Wijling
3. DCMR gaat weer meer fysieke inspecties uitvoeren
4. NPO Radio 1: Coronaboetes worden aangevochten – Remko Wijling
5. RTV Rijnmond: Rotterdamse advocaat: noodtoestand uitroepen was beter geweest – Remko Wijling
6. RTV Rijnmond: Reactie van o.a. Frank van Ardenne op de ontwikkelingen in de rechtspraak tijdens de Corona Crisis
7. Ook hulp voor flexwerkers – Remko Wijling
8. Buitengewoon lid Deltalinqs van Ardenne & Crince le Roy Advocaten aan het woord – Samantha Bilgi en Olga de Vries
9. Noodpakket flexwerkers – Remko Wijling
De Wob en het spoedeisende belang – Olga de Vries
Verzoek om een voorlopige voorziening teneinde nadere stukken te krijgen op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (“Wob”) wordt afgewezen wegens afwezigheid spoedeisend belang. In deze uitspraak van 10 maart jl. van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam (“voorzieningenrechter”) speelt het volgende.
Verzoeker staat zijn zoon als gemachtigde bij in een juridische procedure over een handhavingskwestie. Naar aanleiding van deze kwestie heeft verzoeker een Wob-verzoek ingediend bij de betrokken gemeente. Daarin heeft hij onder meer verzocht om alle documenten inzake de handhavingskwestie. Het Wob-verzoek is deels ingewilligd, maar volgens verzoeker moeten er meer stukken zijn en hij draagt daartoe ook bewijs aan. Om de nadere stukken tijdig, dat wil zeggen voor de behandeling van het beroep in de handhavingsprocedure, te kunnen ontvangen wordt een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend.
De voorzieningenrechter komt tot het oordeel dat er geen sprake is van een spoedeisend belang en wijst het verzoek af. Zij overweegt daartoe allereerst dat niet verzocht wordt om openbaarmaking van de stukken en dat dit haaks staak op het uitgangspunt van de Wob: “openbaarheid voor een ieder”. Vanuit Wob-perspectief is er dan ook geen haast bij deze procedure, aldus de voorzieningenrechter. Daarnaast kan de vraag of alle op de zaak betrekking hebbende stukken, als bedoeld in artikel 8:42 van de Algemene wet bestuursrecht, zijn overgelegd door het bestuursorgaan aan de orde komen in de beroepsprocedure zelf. Daarvoor hoeft verzoeker geen afzonderlijk verzoek op grond van de Wob te doen. Zie daartoe ook de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (“Afdeling”) van 18 december 2019, ECLI:NL:RVS:2019:431. Tot slot betrekt de voorzieningenrechter bij haar oordeel dat verweerder nog stukken heeft toegezegd en afdoende heeft toegelicht waarom er geen notities (meer) beschikbaar zijn.
Deze uitspraak past in de interessante ontwikkeling dat hoewel de Wob-verzoeker geen belang hoeft te stellen, dit belang wel steeds meer een rol gaat spelen. Zo volgt uit de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 1 december 2017 (ECLI:NL:RBDHA:2017:14195) dat het verzoek om informatie ten onrechte was aangemerkt als Wob-verzoek, omdat met het verzoek niet openbaarmaking voor een ieder was beoogd. Daarbij is van belang dat in dat geval de stukken bedoeld waren voor een civiele procedure en ook op grond van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering opgevraagd kunnen worden. Daarnaast kan een Wob-verzoek dat ingediend is zonder dat bedoeld is om de documenten voor iedereen openbaar te maken, duiden op misbruik. Zo heeft de Afdeling bepaald dat in beginsel misbruik van de Wob wordt gemaakt, als om informatie over een verkeersboete wordt verzocht en het doel van het verzoek redelijkerwijs slechts gelegen kan zijn in het aanvechten van de verkeersboete (zie bijvoorbeeld: ECLI:NL:RVS:2018:32). Ook is de Wob niet bedoeld voor verzoeken om antwoorden, uitleg, verklaringen of standpunten met als enige doel deze in andere procedures in te brengen, aldus de Afdeling (ECLI:NL:RVS:2019:3754). In deze laatste uitspraak achtte de Afdeling het van belang dat verzoeker werkzaam is geweest bij de betreffende gemeente en gezien zijn achtergrond voldoende kennis moet hebben gehad van het bestuursrecht en de gemeentelijke organisatie om zich te realiseren hoe belastend zijn handelen was. Hoewel bij de voorlopige voorziening procedure uiteraard een ander toetsingskader geldt, is het interessant dat hier ook in het kader van het spoedeisend belang gekeken is naar het belang van de verzoeker bij het Wob-verzoek.
Tot slot wordt opgemerkt dat er in dit geval sprake van een meewerkend bestuursorgaan dat al een aanzienlijke hoeveelheid stukken heeft verstrekt aan verzoeker. Gelet op de overwegingen van de voorzieningenrechter roept dat de vraag op of in het geval van een minder meewerkend bestuursorgaan de voorzieningenrechter tot hetzelfde oordeel was gekomen. Dat is niet geheel ondenkbaar gelet op het uitgangspunt dat de Wob-verzoeker geen belang hoeft te stellen. Echter, in het geval dat het evident is dat met het Wob-verzoek geen openbaarmaking voor een ieder wordt beoogd, kan mijns inziens de voorzieningenrechter dit niet zomaar (meer) negeren gezien de hiervoor benoemde ontwikkeling. Het belang zal vermoedelijk dan ook in de weg staan aan de toewijzing van de voorlopige voorziening.
Voor de gehele uitspraak, klik hier.
Advies Raad van State: tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers – Remko Wijling
Vanmorgen heeft de Afdeling advisering van de Raad van State het advies over de Tij¬de¬lij¬ke over¬brug¬gings¬re¬ge¬ling zelf¬stan¬dig on¬der¬ne¬mers (Tozo) gepubliceerd. De Afdeling is in beginsel positief over het ontwerpbesluit en de daarin voorgestelde aanpak. Wel vraagt de Afdeling om nader in te gaan op de hogere mate van flexibiliteit die nodig is vanwege de snelheid en de complexiteit van de materie. Ook vraagt de Afdeling aandacht voor de duur van de regeling en de mogelijkheid tot verlenging daarvan. Wij zullen in een later bericht dieper ingaan op dit advies van de Afdeling en de gevolgen daarvan voor het ontwerpbesluit en de gemeentelijke uitvoeringspraktijk. Lees het advies hier.
DCMR gaat weer meer fysieke inspecties uitvoeren
Dit artikel verscheen op 28 april jl. op dcmr.nl.
NPO Radio 1: Coronaboetes worden aangevochten – Remko Wijling
Luister naar het fragment van NPO Radio 1 met de reactie van Remko Wijling op 28 april jl. via nporadio1.nl.
RTV Rijnmond: Rotterdamse advocaat: noodtoestand uitroepen was beter geweest – Remko Wijling
Dit artikel verscheen op 27 april jl. op rijnmond.nl.
RTV Rijnmond: Reactie van o.a. Frank van Ardenne op de ontwikkelingen in de rechtspraak tijdens de Corona Crisis
Dit artikel verscheen op 21 april jl. op rijnmond.nl.
Ook hulp voor flexwerkers – Remko Wijling
Alhoewel de politieke wil en bereidheid er zijn om een oplossing te zoeken voor de inkomensproblemen waarmee flexwerkers zich geconfronteerd zien (zie ook ons eerdere bericht), volgt uit de reactie van minister Koolmees dat hij veel uitvoeringsproblemen ziet. Maar is dit nu inderdaad het geval? Uitgaande van zijn wens om ook voor flexwerkers een evenwichtige en eenvoudige regeling tot stand te brengen, is dat mijns inzien mogelijk over de band van de Participatiewet (Pw). Wat zou erop tegen zijn om – evenals onder Tozo – voor de duur van 3 maanden het inkomen van een flexwerker, die door tijdelijk verlies van zijn werk vanwege het coronavirus dringend behoefte heeft aan inkomensondersteuning, aan te vullen tot minimumniveau? Dit zou kunnen gebeuren onder toepassing van artikel 16 Pw (acute noodsituatie) dan wel dan wel via het verlenen van bijzondere bijstand voor bijvoorbeeld woonkosten. Indien gemeenten hiernaast tijdelijk de mogelijkheid krijgen om van (onder meer) de partner- en vermogenstoets uit de Pw af te wijken, kan snel een regeling tot stand worden gebracht. Deze regeling kan later worden vastgelegd in een AMvB. Uiteraard blijft de inlichtingenplicht onverkort gelden in het kader van de rechtmatigheid.
Buitengewoon lid Deltalinqs van Ardenne & Crince le Roy Advocaten aan het woord – Samantha Bilgi en Olga de Vries
Dit artikel verscheen op 16 april jl. op deltalinqs.nl.
van Ardenne & Crince le Roy Advocaten is een Rotterdams advocatenkantoor dat zich in het bijzonder toelegt op het grensvlak tussen het bestuurs- en strafrecht. De rol van de overheid in het rechtsverkeer staat centraal. Denk hierbij bijvoorbeeld aan kwesties binnen het bestuursstrafrecht over toezicht, handhaving, en oplegging van een (bestuurlijke) boete, aan strafrechtelijke procedures en aan vraagstukken op het terrein van het overheidsaansprakelijkheidsrecht.
Ook op deze gebieden is de aanwezigheid van het Coronavirus merkbaar. Hieronder vindt u een aantal specifieke onderwerpen dat betrekking heeft op het Coronavirus, waar van Ardenne & Crince le Roy Advocaten over kan adviseren:
- NOW en Tozo – ‘carrot and stick’
- Toezicht en handhaving tijdens de coronacrisis
- Brzo-inspecties
- Phishing e-mails Inspectie SZW
NOW en Tozo – ‘carrot and stick’
De uitbraak van het Coronavirus en de voortdurende maatregelen van het Kabinet om deze uitbraak in te dammen hebben een grote impact op de maatschappij. Naast de impact van deze maatregelen op het dagelijks leven, worden vooral ondernemers en zzp’ers financieel zwaar getroffen door deze maatregelen. Het Kabinet heeft voor ondernemers en zzp’ers een grootscheeps steunpakket in het leven geroepen. De maatregelen die hierbij het meest in het oog springen zijn de loonkostensubsidie (tot 90% van de loonsom) op basis van de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) en de mogelijkheid voor ondernemers of zzp’ers om over de band van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) in aanmerking te laten komen voor de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo).
Het UWV is verantwoordelijk gemaakt voor de uitvoering van de NOW, gemeenten voeren de Tozo uit. Beide regelingen staan inmiddels open voor ondernemers en aanvragen kunnen worden ingediend. Van deze mogelijkheid is ook al gebruikgemaakt door een groot aantal ondernemers. Zo hebben inmiddels ruim 35.000 werkgevers een aanvraag om een loonkostensubsidie ingediend bij het UWV. Dit aantal zal naar verwachting nog (fors) oplopen. Exacte cijfers over de toepassing van de Tozo zijn nog niet beschikbaar.
Het morele appel van het Kabinet op ondernemers is om geen misbruik te maken van deze regelingen. Het Kabinet heeft echter ook zowel het UWV als gemeenten een handhavingsbevoegdheid gegeven en de nodige instrumenten om tot dit handhavend optreden over te gaan. De steunmaatregelen van het Kabinet aan ondernemers zijn dan ook niet vrijblijvend en de verwachting is dat als de Coronastorm is gaan luwen, nadrukkelijk van deze instrumenten gebruik zal worden gemaakt. Ondernemers dienen zich hiervan goed bewust te zijn om problemen in de toekomst te voorkomen.
Met name van belang is dat ondernemers zich realiseren dat op hen zowel onder de NOW als onder de Tozo een inlichtingenplicht rust. Kort gezegd zijn zijzelf verantwoordelijk voor het doorgeven aan het UWV of de gemeente van alle feiten en omstandigheden die van belang zijn voor hun aanspraak op een subsidie of een uitkering. Deze inlichtingenplicht geldt zowel tijdens de aanvraagprocedure als tijdens en na afloop van de aanspraak op een subsidie of een uitkering. De exacte vaststelling van de hoogte van de subsidie of uitkering zal namelijk in veel gevallen pas achteraf (kunnen) plaatsvinden. Schendt een ondernemer deze inlichtingenplicht dan kan terugvordering van de verstrekte subsidie of uitkering volgen en mogelijk een hoge boete. Ook is strafvervolging wegens fraude een mogelijkheid.
Een en ander zal voor ondernemers dan ook de nodige uitvoeringsvraagstukken met zich brengen. Om ondernemers te helpen bij deze uitvoeringsvraagstukken hebben wij een helpdesk opgericht die ondernemers van advies kan voorzien. Zo geven wij met onze helpdesk advies over het hoe en waarom van deze regelingen juist ter voorkoming van problemen in de toekomst. We zien de helpdesk niet alleen als een extra service voor bestaande cliënten, maar we vinden dat ook voor de advocatuur in deze tijd een verantwoordelijkheid is weggelegd om te helpen waar het kan. Zie het maar als een eigen invulling van de publieke verantwoordelijkheid van de advocatuur.
Toezicht en handhaving tijdens de coronacrisis
Ook het houden van toezicht en het handhavend optreden door toezichthouders, wordt door de Coronacrisis bemoeilijkt. Hieronder twee nieuwsberichten in dat kader die relevant kunnen zijn voor de leden van Deltalinqs.
- Brzo-inspecties
De reguliere Brzo-inspecties worden vanwege het Coronavirus momenteel niet uitgevoerd. In overleg met individuele bedrijven wordt wel bekeken of vormen van toezicht op afstand mogelijk zijn. Hierbij kan worden gedacht aan telefonische interviews en het digitaal aanleveren van documenten. Bedrijfsbezoeken worden in beginsel opgeschort. Uitzonderingen worden gemaakt in gevallen waarin een ongeval heeft plaatsgevonden. Ook aan bedrijven die zich in het verleden slecht aan de regels hebben gehouden, kan (onverwacht) toch een bezoek worden gebracht. Gegarandeerd wordt dat tijdens deze inspecties de richtlijnen van het RIVM in acht worden genomen. - Phishing e-mails Inspectie SZW
De Inspectie SZW heeft gewaarschuwd voor phishing e-mails van de ‘Inspectie SZW’ die worden gestuurd aan bedrijven. In deze mails wordt aangegeven dat het bedrijf zich niet aan de regels heeft gehouden en dat daarover een klacht is binnengekomen bij de Inspectie SZW. Het betreft niet-bestaande overtredingen. Het is belangrijk om niet te klikken op de links in deze berichten. Op de website van de Inspectie SZW zijn voorbeelden te vinden van dergelijke e-mails.
Masterclass
Op 18 juni 2020 zal er een masterclass over de bestuurs- en strafrechtelijke handhaving bij bedrijfsongevallen gegeven worden. In deze masterclass wordt ingegaan op specifieke casuïstiek en wordt ook aandacht besteed aan de invloed van het Coronavirus op de handhaving. Tevens zullen er tips en tricks gedeeld worden. De masterclass zal worden verzorgd door Samantha Bilgi en Olga de Vries van van Ardenne & Crince le Roy Advocaten. Voor aanmelden klik hier.
Contact
Remko Wijling, tel.: (06) 21 96 37 91 en Robert Crince le Roy, tel.: (06) 51 52 83 20
Noodpakket flexwerkers – Remko Wijling
Ook flexwerkers (uitzendkrachten, oproepkrachten) worden zwaar getroffen door de maatregelen rondom het coronavirus. Omdat zij vaak niet voldoen aan de zogenoemde ‘wekeneis’ komen zij niet in aanmerking voor een WW-uitkering. Op dit moment vallen zij dan terug op de ‘reguliere’ bijstandsuitkering, met een strenge partnertoets en vermogenseis. Flexwerkers worden hiermee anders behandeld dan ondernemers en ZZP’ers die aanspraak kunnen maken op de Tozo en dan niet worden geconfronteerd met deze strenge eisen. Dit wordt onaanvaardbaar geacht door een Kamermeerderheid. Voor deze groep flexwerkers wordt dan ook alsnog een apart vangnet gecreëerd door het Kabinet.