Juridisch-planologische uitsluiting van internationale werknemers in bestemmingsplan is indirecte discriminatie

Juridisch-planologische uitsluiting van internationale werknemers in bestemmingsplan is indirecte discriminatie

Relevantie
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (“Afdeling”) heeft afgelopen week geoordeeld dat de juridisch-planologische uitsluiting van internationale werknemers indirecte discriminatie is en daarmee in strijd is met de Dienstenrichtlijn.

Samenvatting
Wat was er aan de hand? De gemeenteraad van Bergen heeft het bestemmingsplan “Parapluherziening nachtverblijf binnen horeca en gemengd” vastgesteld. Dit parapluplan regelt dat arbeidsmigranten niet langer dan drie weken binnen een periode van zes maanden mogen verblijven in een horecabedrijf dat is gericht op het verstrekken van nachtverblijf. De eigenaar van één van de locaties waar het parapluplan op ziet, stelt beroep in tegen het plan omdat hij vreest dat zijn horecabedrijf niet meer rendabel is als er geen arbeidsmigranten meer mogen worden gehuisvest. De eigenaar voert onder meer aan dat het parapluplan in strijd is met de Dienstenrichtlijn, omdat de mogelijkheid van (permanente) huisvesting van arbeidsmigranten planologisch wordt uitgesloten.

De Afdeling overweegt dat – anders dan de gemeenteraad betoogt – de Dienstenrichtlijn inderdaad van toepassing is. Gelet op de omstandigheid dat in de plantoelichting is opgenomen dat de mogelijkheid om internationale werknemers te huisvesten juridisch-planologisch wordt uitgesloten, stelt de Afdeling vast dat sprake is van indirecte discriminatie. Nu de gemeenteraad heeft nagelaten om deze indirect discriminerende handeling gemotiveerd te rechtvaardigen, is het parapluplan in strijd met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht en wordt het vernietigd.

Kortom, er dient een nieuw plan te komen. Daarbij geeft de Afdeling de gemeenteraad mee dat de thans gegeven motivering ook geen analyse met specifieke gegevens bevat. Een dergelijke analyse is op grond van jurisprudentie van het Hof van Justitie echter wel benodigd voor de toets of de maatregelen – in dit geval de uitsluiting van internationale werknemers – niet verder gaan dan nodig, en of er geen andere minder beperkende maatregelen beschikbaar zijn.