Relevantie
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in twee uitspraken van 31 mei 2023 geoordeeld dat het strafrechtelijke leerstuk ‘functioneel daderschap’ ook toegepast dient te worden in bestuursrechtzaken waarin een natuurlijk persoon of rechtspersoon wordt aangesproken op een overtreding die feitelijk door een ander is begaan. Deze restrictievere benadering beperkt de mogelijkheden van een bestuursorgaan om tot oplegging van een bestuurlijke boete of herstelsanctie over te gaan.
Functioneel dadergschap
Het strafrecht is al langere tijd bekend met het leerstuk ‘functioneel daderschap’, waardoor natuurlijke personen en rechtspersonen strafrechtelijk aansprakelijk kunnen worden gehouden voor strafbare feiten die feitelijk door anderen zijn verricht.
Dit leerstuk wordt ten aanzien van natuurlijke personen nader uitgewerkt in het IJzerdraad-arrest. Van functioneel daderschap kan slechts sprake zijn indien de vermeende functionele dader over de gedraging kon beschikken en deze gedraging heeft aanvaard. Voor een rechtspersoon kan functioneel daderschap op grond van het Drijfmest-arrest sneller worden aangenomen. Van belang is of de gedraging ‘in de sfeer van de rechtspersoon ligt’. Daarvan kan sprake zijn indien één of meer van de volgende omstandigheden zich voordoen: i) het gaat om een handelen of nalaten door iemand in dienstbetrekking of uit anderen hoofde werkzaam bij de rechtspersoon; ii) de gedraging past in de normale bedrijfsvoering of taakuitoefening, iii) de gedraging is dienstig geweest of iv) er is sprake van beschikken en aanvaarden.
Ook in het bestuursrecht is het mogelijk om een natuurlijke persoon of rechtspersoon aan te spreken op een overtreding die feitelijk door een ander is begaan. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft vandaag in twee uitspraken overwogen dat ook in die gevallen toepassing dient te worden gegeven aan het strafrechtelijke leerstuk ‘functioneel daderschap’. Concreet betekent dit dat een natuurlijke persoon (ECLI:NL:RVS:2023:2071) of een rechtspersoon (ECLI:NL:RVS:2023:2067) slechts kan worden aangesproken op een overtreding die door een ander is begaan als de natuurlijke persoon of rechtspersoon als ‘functioneel dader’ kan worden aangemerkt op basis van het IJzerdraad- of Drijfmest-arrest. Deze restrictievere benadering beperkt de mogelijkheden van een bestuursorgaan om tot oplegging van een bestuurlijke boete of herstelsanctie over te gaan.
Voor wat betreft de twee gepubliceerde uitspraken van vandaag leidt de toepassing van het strafrechtelijke functioneel daderschap in één zaak tot het oordeel dat geen sprake is van een overtreder. Daarom bestond ook geen bevoegdheid om een bestuurlijke boete op te leggen.
De uitspraken van vandaag laten niet alleen zien dat het strafrecht en het bestuursrecht elkaar (blijven) vinden, maar ook dat kennis van het strafrecht van (toenemend) belang is voor bestuursrechtzaken.