De enkele aanwezigheid van explosieven in een kelderbox van een woning is op zichzelf niet genoeg om die woning te sluiten op grond van artikel 174a van de Gemeentewet, zo volgt uit de uitspraak van de Afdeling van 21 juni 2023. Deze aanwezigheid kan – zonder bijkomende omstandigheden – niet worden aangemerkt als langdurige overlast en daarmee ook niet als een verstoring van de openbare orde. Daarbij komt ook betekenis toe aan de vraag of de explosieven voor de sluiting zijn verwijderd, of niet.
Ook kan niet worden uitgeweken naar artikel 175 van de Gemeentewet. De explosieven waren ten tijde van de sluiting niet meer in de kelderbox aanwezig zodat geen sprake meer was van een noodsituatie. Ook bestond geen direct gevaar voor herhaling omdat de eigenaar van explosieven nog in detentie zat en niet was gebleken dat andere personen toegang tot de kelderbox hadden. Hiermee was geen sprake meer van een acuut (levens)gevaar voor direct omwonenden.
De Afdeling signaleert terecht dat dit een onbevredigend resultaat is gelet op de wens om dit soort situaties in te dammen. De wetswijziging die dit mogelijk moet maken is echter nog onder de Eerste Kamer. Het valt te hopen dat deze wetswijziging snel in werking treedt. Daarnaast kan de motie van de Tweede Kamer om zwaar vuurwerk onder de Wet wapens en munitie te brengen ook de nodige extra mogelijkheden voor een burgemeester met zich brengen.