Als op een perceel meerdere panden staan en in een van die panden wordt een handelshoeveelheid drugs aangetroffen, houdt dit niet automatisch in dat een burgemeester bevoegd is om beide panden te sluiten op grond van artikel 13b Opiumwet. Daartoe is vereist dat er een zodanige relatie bestaat tussen de onderscheiden (delen van) bouwwerken dat die als één geheel moeten worden beschouwd. Om te beoordelen of sprake is van een zodanige relatie, zijn de omstandigheden van het geval leidend.
Welke omstandigheden zijn dit dan? Of beide panden op een perceel staan en of dit een afgesloten perceel betreft, is volgens de Raad van State onvoldoende om deze relatie aan te nemen. Dit wordt anders als bijvoorbeeld sprake is van een verbinding tussen beide panden en een van de panden niet zelfstandig toegankelijk is. Ook is van belang of er andere omstandigheden zijn die wijzen op een functionele samenhang. Liggen in een schuur bijvoorbeeld materialen opgeslagen ten behoeve van een woning (of vice versa)? Tot slot is van belang of in beide panden drugs of daaraan gerelateerde goederen worden aangetroffen. Als van deze bijkomende omstandigheden geen sprake is, is geen sprake van functionele verbondenheid en strekt de bevoegdheid van de burgemeester zich niet uit over beide panden. De hoeveelheid drugs die is aangetroffen doet er dan niet meer toe. Die leidt immers niet tot de wel vereiste samenhang.
Naar deze toetsingsmaatstaf komt de Afdeling in een uitspraak van 22 januari 2025 tot het oordeel dat de burgemeester van Nuenen niet tot sluiting van een schuur en een woning op een perceel mocht overgaan. Omdat samenhang ontbrak, was de burgemeester uitsluitend bevoegd de schuur te sluiten nu daarin de drugs waren aangetroffen. De burgemeester kon wel in redelijkheid besluiten de schuur te sluiten, nu de gevolgen daarvan gering waren.