Samenvatting
De deadline voor het implementeren in nationale wetgeving van de Europese richtlijn met betrekking tot de bescherming van klokkenluiders (Richtlijn (EU) 2019/1937) liep af op 17 december 2021. Een aanzienlijke hoeveelheid lidstaten, waaronder ook Nederland, heeft deze deadline niet gehaald. De Europese Commissie, het handhavende orgaan van de Europese Unie, heeft daarom op 15 februari 2023 in een persbericht aangekondigd dat het acht lidstaten voor het Hof van Justitie van de Europese Unie daagt. Het gaat om Tsjechië, Duitsland, Estland, Spanje, Italië, Luxemburg, Hongarije en Polen. Deze acht lidstaten riskeren een (hoge) dwangsom en/of boete wegens de te late en/of onvolledige implementatie van de EU-klokkenluidersrichtlijn.
Achtergrond
De verwijzing naar het Hof van Justitie komt niet geheel onverwachts. De Commissie was al eerder tegen een aanzienlijke hoeveelheid lidstaten een inbreukprocedure gestart wegens niet-tijdige en/of onvolledige implementatie van de Europese klokkenluidersrichtlijn. Inderdaad, in januari 2022 stelde de Commissie vierentwintig lidstaten in gebreke en in juli en september 2022 zond het orgaan “reasoned opinions” naar in het totaal negentien lidstaten wegens de niet-tijdige en/of onvolledige implementatie van de Europese richtlijn. Deze negentien lidstaten, waaronder ook Nederland, werden uitgenodigd op de “reasoned opinions” te reageren met uitleg over onder meer de wijze waarop implementatie van de richtlijn op nationaal niveau wordt gegarandeerd. Aangezien de reacties van acht lidstaten op deze “reasoned opinions” onvoldoende werden geacht, heeft de Commissie deze lidstaten nu voor het Hof van Justitie gedaagd.
Nederland
Hoewel Nederland niet tot deze acht lidstaten behoort, loopt de inbreukprocedure tegen Nederland nog steeds en is het dus mogelijk dat ook Nederland voor het Hof van Justitie wordt gedaagd. De Nederlandse implementatiewet, de Wet bescherming klokkenluiders (Wbk), trad namelijk slechts gedeeltelijk in werking op 18 februari 2023. Bepaalde (verplichte) onderdelen van de wet zijn nog niet in de huidige versie van de Wbk opgenomen. Deze onderdelen zien onder meer op de mogelijkheden tot het doen van een anonieme melding en de uitbreiding van sanctiemogelijkheden voor het Huis voor Klokkenluiders in geval van bijvoorbeeld benadeling door een werkgever van een beschermde melder.
Een initiatiefnota van 14 april 2022, ingediend door Kamerlid Omtzigt, bevat voorstellen voor de implementatie van de destijds nog te verwerken onderdelen. Deze voorstellen zijn nu nog maar voor een deel verwerkt in de huidige Wbk. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft in een Kamerbrief van 29 juni 2022 en in een nota naar aanleiding van het nader verslag, ontvangen op 1 november 2022, het voornemen geuit de nader te onderzoeken en te verwerken onderdelen te betrekken bij het volgende wetsvoorstel naar aanleiding van de evaluatie van de Wet Huis voor Klokkenluiders (de voorganger van de Wbk). In laatstgenoemde nota wordt aangegeven dat dit volgende wetsvoorstel driekwart jaar na 24 januari 2023 (de dag waarop de Eerste Kamer het wetsvoorstel voor de Wbk aannam) voor consultatie gereed kan zijn.
Spoed is geboden bij deze laatste wijzigingen van en aanvullingen op de Wbk, gelet op de kennelijke proactieve houding van de Commissie in het kader van de aangespannen inbreukprocedures.