Relevantie
Het Openbaar Ministerie maakt al langere tijd gebruik van de mogelijkheden om strafzaken buitengerechtelijk af te doen. Een strafzaak wordt dan niet ter beoordeling van de rechter gebracht, maar afgedaan door middel van een transactie of – zoals tegenwoordig steeds vaker – door middel van een strafbeschikking. Hoewel een buitengerechtelijke afdoening in de regel aantrekkelijk kan zijn voor een verdachte, volgt uit onderzoek (en de praktijk) dat het aanvechten van een strafbeschikking (vaak) in het belang van de verdachte is.
Strafbeschikking in een notendop
Het Openbaar Ministerie kan ter afwikkeling van een strafzaak aan de verdachte een strafbeschikking uitvaardigen. Dit geldt zowel voor een natuurlijk persoon als voor een rechtspersoon. In een strafbeschikking wordt het strafbare feit genoemd en stelt het Openbaar Ministerie voorwaarden om de strafzaak buiten de rechter om af te wikkelen. Gedacht kan worden aan het betalen van een boete of het verrichten van een taakstraf, beide eventueel aangevuld met een persbericht. Ziet de strafbeschikking ‘slechts’ op het betalen van een geldboete, dan wordt de strafbeschikking doorgaans per post verzonden. Worden er andere voorwaarden aan de strafbeschikking gesteld, dan kan het Openbaar Ministerie ervoor kiezen om eerst een zogenoemd OM-hoorgesprek te laten plaatsvinden om de strafzaak en de voorwaarden door te spreken.
(On)mogelijkheid verzet
In veel gevallen wordt bij een strafbeschikking een boete opgelegd en ontvangt een verdachte die strafbeschikking per post, inclusief de gegevens van het CJIB om de boete te kunnen voldoen. Als deze boete wordt betaald, dan vervalt de mogelijkheid voor de verdachte om in verzet te gaan. Door in verzet te gaan wordt de strafbeschikking (onderbouwd) betwist. Die betwisting kan zien op de verdenking, maar ook op de hoogte van de straf c.q. de gestelde voorwaarden door het Openbaar Ministerie. In de strafbeschikking wordt de verdachte gewezen op deze mogelijkheid om in verzet te gaan en de termijnen die daarvoor gelden.
(Belang verzet
Uit onderzoek volgt dat het voor een verdachte van belang kan zijn om in verzet te gaan tegen een strafbeschikking. In een opiniestuk in de NRC van 9 februari 2023 wordt verwezen naar een recent onderzoek over de buitengerechtelijke afdoening en wordt op basis van dat onderzoek gesteld dat verzet “erg voordelig is voor de verdachte”. Zo blijkt dat het Openbaar Ministerie door het verzet vaak alsnog besluit de strafzaak te seponeren. Ook blijkt dat bij een eventuele behandeling van de strafzaak door de rechter naar aanleiding van het verzet, deze rechter een lagere straf oplegt of zelfs tot een vrijspraak komt. Dit zijn allerlei omstandigheden die in het belang zijn voor de verdachte.
Daar komt bij dat uit hetzelfde onderzoek ook is gebleken dat de dossiers die aan een strafbeschikking ten grondslag worden gelegd onzorgvuldigheden bevatten. In het opiniestuk in de NRC wordt gerefereerd aan “ontbrekende stukken, verdachte niet aantoonbaar gewezen op advocaat, verslagjes over bewijs te summier, niet controleerbaar hoe OM tot schuldvaststelling komt, geen vertaling strafbeschikking terwijl dat wel moet, te hoge boetes voor minderjarigen, en in groeiend aantal zaken is het bewijs ontoereikend.”
Kortom, ligt er bij u of uw bedrijf een strafbeschikking op de deurmat? Ga dan in verzet!