Zorgplicht burgemeester bij sluiting woning

Zorgplicht burgemeester bij sluiting woning

Relevantie
Uit artikel 2 EVRM volgt – kort gezegd – van de positieve verplichting van de Staat of lagere overheden om geschikte stappen te zetten om het recht op leven van individuen te beschermen (een zorgplicht). Het sluiten van een woning door een burgemeester bij noodbevel ex artikel 175 Gemeentewet in het geval van een ernstig incident – zoals een explosie – is volgens de Afdeling een geschikte stap als bedoeld in artikel 2 EVRM, ook als hierdoor het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer ex artikel 8 EVRM van de bewoners van de woning wordt beperkt.

Zorgplicht
De zorgplicht van (i.c.) een burgemeester strekt zich bij een sluiting van een woning bij wijze van noodbevel echter niet alleen uit tot de bescherming van het algemeen belang en het recht op leven van de bewoners, omwonenden en andere passanten in verband met een ernstig incident. Volgens de uitspraak van 3 april 2023 van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam volgt uit de zorgplicht die dan op een burgemeester rust en het evenredigheidsbeginsel ook dat aan de bewoners van de woning de nodige zorg en begeleiding na de sluiting wordt geboden.

Bij de invulling van deze zorgplicht – en hetgeen concreet van een burgemeester wordt verwacht – lijkt de voorzieningenrechter zwaarwegend belang te hechten aan de persoonlijke situatie van de bewoners en de vraag of hen een verwijt treft. Omdat in dit geval niet gebleken was van verwijtbaarheid en – op zijn minst – sprake was van een kwetsbare situatie had de burgemeester zich actief op dienen te stellen en mocht hij er niet van uit gaan dat de bewoners zich wel weten te redden. Alhoewel de sluiting zelf standhoudt – want sprake van een ernstig incident – wordt toch een voorziening uitgesproken die inhoudt dat de burgemeester aan de bewoners passende opvang moet bieden en spullen uit de woningen kunnen worden gehaald.

Dat op een burgemeester een bepaalde zorgplicht rust jegens de bewoners van een gesloten woning is niet nieuw (zie bijvoorbeeld de uitspraak in ECLI:NL:RBMNE:2023:1316). De burgemeester van Rotterdam had dus op zichzelf kunnen weten dat hij meer had moeten doen dan het enkel doorverwijzen naar Vraagwijzer. Wel roept deze uitspraak van de voorzieningenrechter de vraag op hoe ver de zorgplicht van een burgemeester nu exact reikt en in hoeverre bijvoorbeeld verwijtbaarheid van de bewoners een rol mag spelen. De sluiting is immers op het pand gericht, en niet op de bewoners. Moet verder gelet op de toch redelijk verstrekkende voorziening in een besluit tot sluiting uitdrukkelijk opvang worden aangeboden of worden geweigerd om te voldoen aan de zorgplicht en maakt dit onderdeel uit van het sluitingsbesluit? De tijd zal het leren, maar dat het zaak is om de situatie van de bewoners goed in kaart te brengen en een burgemeester daar waar nodig actief dient te handelen stat wat mij betreft wel vast.