Op 24 januari 2024 deed de Afdeling een zestal uitspraken over de vraag wanneer een eigenaar van een woning als functioneel dader kan worden beschouwd in het geval van verboden activiteiten in die woning. Met name stond de vraag centraal wanneer sprake is van het aanvaarden van een verboden gedraging. Los van de concrete zaken, valt op hoofdlijnen een lijn te destilleren uit de uitspraken van de Afdeling.
Door verschillende gemeenten was geconstateerd dat verboden gedragingen in woningen plaatsvonden, variërend van toeristische verhuur tot het gebruik als hennepkwekerij. Vanwege deze gedragingen waren forse boetes opgelegd aan de eigenaren van de woningen. In geen van de zaken stond ter discussie dat sprake was van een verboden gedraging of dat de eigenaar over de woning kon beschikken. Wel stond ter discussie of de eigenaar (als natuurlijke- of rechtspersoon) de verboden gedraging had aanvaard door – kort gezegd – niet die zorg te betrachten die in redelijkheid van hem kon worden gevergd. Wat acht de Afdeling vervolgens van belang bij de invulling van deze zorgplicht?
- Uitgangspunt is dat een bestuursorgaan de bewijslast draagt voor zowel het beschikken als het aanvaarden. Er zal dus onderzoek nodig zijn naar de concrete invulling van de zorgplicht door een eigenaar. Wat mocht van hem worden verwacht in de concrete situatie en wat heeft hij gedaan?
- Van een eigenaar mag in algemene zin worden verwacht dat hij de woning op gezette tijden controleert of een professionele partij hiervoor in de arm neemt, en duidelijke regels neerlegt in een huurcontract. Ook het voeren van een administratie ten aanzien van de huur (bij voorkeur via de bank) en de persoon van de huurder mag worden verwacht;
- Kan een eigenaar niet aantonen dat hij deze inspanningen heeft verricht, dan is sprake van aanvaarden. Zijn deze inspanningen wel verricht, dan is daar in beginsel geen sprake van;
- Specifieke feiten en omstandigheden kunnen maken dat meer van een eigenaar mag worden verwacht. Was (of kon) de overtreding eenvoudig zichtbaar (zijn) bij een normale controle? Waren er andere signalen? Als eerder een overtreding heeft plaatsgevonden, is dat op zichzelf echter niet voldoende als daarna adequate maatregelen zijn genomen;
- Ook de duur van de overtreding speelt een rol. Was sprake van een kortdurende overtreding, of was de overtreding nog maar net aangevangen, dan kan een eigenaar niet zonder meer worden tegengeworpen dat hij niet (of te laat) heeft gecontroleerd.
In vijf van de zes uitspraken haalt de boete de eindstreep niet. Onze conclusie is dat de Afdeling de lat voor het bestuursorgaan hoger heeft gelegd, maar ook de eigenaar een duidelijke verantwoordelijkheid heeft. Voor lopende zaken verwachten wij dat er nog een fors aantal boetes zal sneuvelen. Voor nieuwe zaken zal het op de kwaliteit van het onderzoek aankomen.