Boeteregime voor vakantieverhoor van de gemeente Amsterdam voldoet niet aan evenredigheidstoets

Boeteregime voor vakantieverhoor van de gemeente Amsterdam voldoet niet aan evenredigheidstoets

Het boeteregime van de gemeente Amsterdam voor vakantieverhuur zoals dat is neergelegd in de Huisvestingsverordening levert bijna wekelijks een aantal interessante uitspraken op. Zo kwam de Afdeling in een uitspraak van 21 augustus 2024 (weer) tot het oordeel dat het boeteregime van de gemeente Amsterdam voor vakantieverhuur de evenredigheidstoets niet kan doorstaan.

Omdat het boeteregime uit de Huisvestingsverordening voorziet in tabellen met daarin de hoogte van de boete, is sprake van een situatie waarin de hoogte van de boete bij wettelijk voorschrift is vastgesteld. Uit artikel 5:46, derde lid, van de Awb volgt dan dat desondanks een lagere boete wordt opgelegd als de overtreder aannemelijk maakt dat deze wegens bijzondere omstandigheden te hoog is. Onder meer een verminderde verwijtbaarheid, een beperkte ernst van een overtreding en een geringe financiële draagkracht worden aangemerkt als bijzondere omstandigheden.

Echter, ook het boeteregime zelf moet de evenredigheidstoets kunnen doorstaan en – anders dan bijvoorbeeld een uitspraak van enkele weken geleden (ECLI:NL:RVS:2024:2807) – wordt de Afdeling nu wel uitdrukkelijk gevraagd zich op dit punt uit te laten. Daartoe stelt de Afdeling eerst vast dat in uitspraken uit 2020 het voorheen geldende boeteregime als onevenredig is beoordeeld omdat het onvoldoende differentieerde. Destijds zijn door de Afdeling handvatten meegegeven voor een nieuw regime. Onder meer is gewezen op de ernst van de overtreding (particulier/bedrijfsmatig) en de dan benodigde differentiatie.

De Afdeling constateert dat maar beperkt opvolging is gegeven aan deze handvatten. Het nieuwe boeteregime differentieert met name naar type overtreding. De omstandigheden waaronder de overtreding zijn begaan spelen echter geen rol en het boetniveau is volgens de Afdeling hoog. Ook vergissingen door particulieren leiden dan standaard tot een hoge boete. Dit leidt tot het oordeel dat ook het nieuwe boeteregime de evenredigheidstoets niet kan doorstaan.

De raad van de gemeente Amsterdam mag dus opnieuw terug naar de tekentafel, waarbij de opdracht van de Afdeling duidelijk lijkt te zijn. Een nieuw boeteregime dient meer te differentiëren naar de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan door i) een duidelijker onderscheid te maken tussen bedrijfsmatige en particuliere verhuur en ii) meer te differentiëren naar de aard en omvang van de verhuur (bijvoorbeeld duur en aantal personen). Ook dient de raad nog eens kritisch naar de boetehoogtes te kijken en vraagt vooral het verschil tussen een eerste overtreding en recidive aandacht. Voorstelbaar is verder dat een aantal specifieke factoren wordt opgenomen dat tot verhoging of verlaging van de op te leggen boete leidt.

Voor de overtreder in kwestie leidt deze uitspraak tot een veel lagere boete en dus niet tot het geheel afzien van een boete. Immers, niet ter discussie staat dat een overtreding is begaan.